Wij staan aan de vooravond van een nieuw tijdperk. Het tijdperk waarin steeds meer apparaten informatie met elkaar en met ons mensen uitwisselen: “The internet of things”

Meer  en meer apparaten in en om ons huis hebben al de mogelijkheid om aangesloten te worden op het internet. Zo kan je vanaf je smartphone muziek afspelen op je Sonos mediastreamer. De verwarming zet je hoger vanaf je smartphone met de NEST thermostaat en het Gigaset Elements alarmsysteem waarschuwt je via een app zodra er ingebroken wordt in je woning. Stuk voor stuk handige gadgets zal je denken, maar wat is er nu zo revolutionair aan deze ontwikkeling?

De revolutie (of evolutie) begint pas echt als deze apparaten informatie met elkaar kunnen uitwisselen. Zo kan straks de bewegingsmelder van het Gigaset alarmsysteem de NEST thermostaat laten weten of er iemand thuis is en of de verwarming een paar tandjes lager kan. Of als er ingebroken wordt stuurt het Gigaset alarmsysteem de Sonos aan om door de hele woning op vol volume een alarmsignaal af te spelen.

Maar het gaat verder dan dat: The internet of things gaat ervoor zorgen dat er enorm veel energie bespaart gaat worden. Energiemaatschappijen zijn straks in staat om te bepalen wanneer de koelkast aan moet slaan. Als Piet Paulusma voorspelt dat het ’s middags 35 graden wordt, hoe geweldig zou het dan zijn om de koelkast ’s nachts, wanneer er een energieovercapaciteit is, alvast een paar graden harder te laten koelen?

Oké, dat van Piet was een slecht voorbeeld…

Nog een voorbeeld: ’s Ochtends pak je de wasmachine in met vuile was en op je tablet geef je aan dat de was uiterlijk, na je werk, om vijf uur ’s middags klaar moet zijn. De energiemaatschappij bepaalt wanneer dat het beste uitkomt en start de machine om twee uur ’s middags omdat er dan een overvloed aan energie is doordat de zon in Nederland flink gaat schijnen op de honderdduizenden zonnepanelen die ons land rijk is. Aan het eind van de maand krijg je van de energiemaatschappij een flinke korting op je rekening omdat je gebruik hebt gemaakt van energie die anders verloren zou zijn gegaan. Goed voor de planeet en de eurootjes nietwaar?

Waar wachten we nog op?

Fabrikanten hanteren nu nog hun eigen standaarden. Wat we nodig hebben voor een succesvol internet of things is een open platform waarop fabrikanten de koppelingen naar hun apparaten beschikbaar stellen. Als consument kunnen we op dit platform vervolgens aangeven welke apparaten van ons zijn en met welke andere apparaten en diensten (de energiemaatschappij) onze apparaten informatie mogen uitwisselen.

Uiteindelijk zal er zelfs een verschuiving plaatsvinden van intelligentie in het apparaat zelf naar een “dom” apparaat die zijn intelligentie gewoon uit diezelfde cloud haalt. Het voordeel is dat apparaten een stuk goedkoper worden en dat de functies van dat apparaat eenvoudig uit te breiden zijn.

Voor het slagen van the internet of things is het denk ik belangrijk is dat dit “open platform” met koppelingen niet in handen komt van een commerciële instantie of overheid. Het zou mogelijk moeten zijn voor een consument of bedrijf om het voor hen relevante deel van die cloud zelf te draaien. Een soort hybride cloud oplossing, met aan de ene kant het gemak van de cloud en aan de andere kant niet de afhankelijkheid van één of een aantal partijen. Wellicht ligt hier een mooie taak voor de opensource community verscholen.

Kortom: Er staat ons nog een hoop te wachten!